Historie
Paarden en paardensport
Paarden zijn van groot belang voor de Noordoostpolder. Er staat bijna geen verhaal in het boek of er komen paarden in voor. Ze spelen een enorme rol van betekenis bij het ontginnen van de voormalige zeebodem. In veel verhalen gaat het over de paarden voor het werk. Meestal de koudbloeden, beter bekend als ‘Belgen’. De mensen die met deze paarden werken, krijgen dat met de paplepel ingegoten. Goed verzorgen, voeren en werken. Kijken, opletten, reageren. De manier om samen met de paarden het werk te klaren, om ze gezond en werkwillig te houden. Zo wordt er geselecteerd. De gezonde, werkwillige dieren blijven, daar wordt mee gefokt. Dat is tevens een voordeel van paarden: er loopt ieder jaar een veulentje bij dat na een paar jaar het werk kan gaan doen. Onder deze mensen met paarden zijn ook paardenmensen. Die gaan nog een stapje verder en gebruiken in hun spaarzame tijd datzelfde paard voor andere, recreatieve, doeleinden. Ze gaan er mee naar keuringen en shows, rijden erop en rijden er mee voor de wagen. De ‘Groningers’ en de ‘Geldersen’ onder de ‘werkpaarden’ worden in de sport ingezet.
Dit alles resulteert in het oprichten van plaatselijke afdelingen van stamboeken en van een rijvereniging. Op de eerste woensdag in juli is er de fokdag van zowel de ‘koudbloeden’ als de ‘warmbloeden’ op wat nu de Paardenmarkt is. In het najaar is er een dag voor de veulens en de jonge paarden op ‘de Deel’.
Landelijke Rijvereniging Noordoostpolder
In 1951 wordt de Landelijke Rijvereniging Noordoostpolder opgericht. De vereniging heeft in ieder dorp een afdeling waar de leden trainen onder leiding van instructeurs. Zij genoten hun opleiding in het leger en later bij de KNF. Regelmatig zijn er wedstrijden om de vorderingen te toetsen. De paardensport groeit in de Polder en er worden al snel wedstrijden georganiseerd waar ruiters uit het hele land aan deel nemen, tot aan leden van het Koninklijk Huis.
De rijvereniging koopt een, dan al antieke, Landauer. Het is in paardrijdend Nederland gebruikelijk dat leden van de vereniging, wanneer zij trouwen, met een rijtuig naar Gemeentehuis en Kerk gebracht worden. Vele echtparen zijn hun huwelijk hierin begonnen. Deze Landauer wordt eveneens voor andere heuglijke feiten ingezet. Vele burgemeesters en ook Prins Willem Alexander hebben er een rit in gemaakt.
Landelijke Rijvereniging Noordoostpolder geniet aanzien in Noord Nederland, ze zijn geduchte tegenstanders en behalen als team vele regionale en nationale kampioentitels. Maar het gaat niet alleen om sport. Er worden vele shows gegeven. Van kleine items tot avondvullende programma’s waar maanden aan gewerkt wordt. Zo zijn er shows in het Voorhuys en de landbouwpraktijkschool in Emmeloord en bij Maris in Marknesse. De sport ontwikkelt zich en buiten dat de boerenjeugd op hun paarden rijden, komt er ook vraag naar rijlessen voor mensen die geen paard hebben. Daardoor ontstaat een rijschool, die gevestigd wordt aan de Sportlaan. Aanvankelijk wordt er alleen met paarden gereden, maar kinderen willen ook rijden. Dat begint met Shetlanders, maar al snel worden er vanuit Engeland grotere rijpony’s geïmporteerd. Dat resulteert in het oprichten van een ponyclub als onderdeel van de landelijke rijvereniging.
Stichting Ruitersportcentrum
Midden jaren zestig ontstaat de behoefte om het hele jaar door te kunnen trainen. Om dat te faciliteren wordt in 1966 door de rijvereniging ‘Stichting Ruitersportcentrum Noordoostpolder’ opgericht. Aan de Sportlaan wordt door de leden van de rijvereniging een overdekte manege gebouwd. Om het geheel te kunnen financieren worden obligaties uitgegeven en komt er een actie waarbij boeren de opbrengst van hun laatste ton (1000 kilo) suikerbieten inbrengen. De rijschool huurt de manege om er de lessen te kunnen geven.
Balansruiters
De paardensport groeit en het besef dat paarden ook voor mensen met een beperking een zeer positieve bijdrage kunnen leveren, zorgt voor de oprichting van stichting ‘de Balansruiters’. Alles met elkaar zoveel activiteit dat de accommodatie niet meer toereikend is. Een tweede hal wordt noodzaak. In 1984 wordt er in het verlengde, richting Emmeloord, een even grote hal bij aangebouwd. Deze is eigendom van de Balansruiters, maar wordt door alle paardensporters gebruikt. De rijschool wordt nu geëxploiteerd door Stichting Ruitersportcentrum. De samenwerking tussen alle partijen is goed en door de unieke accommodatie ontstaat het idee om een grote meerdaagse springwedstrijd te organiseren, bekend onder de naam ‘Indoor Noordoostpolder’. De huidige ‘grote mannen’ van de Nederlandse springsport, hebben mede hier hun ervaring opgedaan om nu internationaal aan de top mee te doen. Vanaf dat moment worden de shows op het ruitersportcentrum verzorgd.
Wedstrijdhal
De sport groeit en wordt veeleisender, zodanig dat er in 2004 wederom in het verlengde richting Emmeloord een hal bijgebouwd wordt. Dit maal zo groot, dat er gelegenheid is voor topsport, zowel dressuur, springen als mennen. Helaas vindt de bouw plaats in de crisisjaren die niet aan de paardensport voorbij gaan. Het ruitersportcentrum, de eerste en derde hal, gaat over in particuliere handen. De rijvereniging is haar ‘thuis’ kwijt, ook het voorvoegsel ‘Landelijke’ overigens. Steeds meer burgers worden lid en de term ‘Landelijke’ komt te vervallen. De lessen blijven er wel en aanvankelijk organiseren ze er hun activiteiten. Het ruitersportcentrum legt zich toe op het veelvuldig organiseren van dressuurwedstrijden. De tendens is dat de paardensport steeds meer individueel beoefend wordt, iedereen zoekt zijn eigen weg. Voor de teamgeest is dat jammer, maar de rijvereniging heeft wel heel veel kennis en vakmanschap aan de leergierige leden meegegeven.
Naast Rijvereniging en Ponyclub Noordoostpolder ontstaat een tweede vereniging: Rij- en Menvereniging ‘de Burcht’, gevestigd in Bant. Aanvankelijk leggen zij zich toe op leden die met hun paarden aangespannen willen rijden. Later komt daar ook een rij-afdeling bij.
Draf- en Renbaan
De drafbaan is een ander verhaal. De draf- en rensport geniet aanzien in Nederland en de rijksdienst steunt het initiatief van de paardensportliefhebbers om in de polder een drafbaan aan te leggen. Er is ruimte en in 1957 worden er een duizend meter lange grasbaan en een trainingsbaan van zand aangelegd. De gemeente is eigenaar van de grond en Stichting Draf- en Rensport Noordoostpolder huurt en exploiteert de drafbaan. Om de bezoekers te faciliteren worden er een overkapping en een tribune gerealiseerd. Daartoe worden renteloze aandelen uitgegeven. De eerste tientallen jaren worden er tien koersdagen georganiseerd. De stichting heeft de verplichting om het middenterrein zes keer per jaar beschikbaar te stellen voor andere evenementen. Zo organiseert de rijvereniging er jarenlang hun wedstrijden, worden de paarden- en ponykeuringen hier naartoe verplaatst en kent de trekkertrek er jarenlang op 2e pinksterdag prachtige wedstrijden. De allereerste aardappelmanifestatie is er georganiseerd en ook het circus strijkt er neer. De mensen worden echter steeds veeleisender en dan zorgt de ondergrond van klei regelmatig voor moeilijke situaties. Naast de grasbaan realiseert de stichting een stalgebouw met bijbehorende weilanden van waaruit de huurder op de baan kon trainen. De stal wordt momenteel gebruikt als ‘doe het zelf’ stal. Je kunt er je paard stallen, maar je moet er zelf voor zorgen. Op dit moment zijn er drie koersdagen per jaar die zeer populair zijn bij rijders, gokkers en bezoekers. Dagen die ook bezocht worden door vele niet-paardensporters en gebruikt worden om te ‘netwerken’. Het wordt als de mooiste grasbaan van Nederland bestempeld door zowel de professionele- als amateurpikeurs. Al met al een plek aan de Sportlaan die zijn plaats meer dan verdient.
Thea Vermunt
Bron: Stichting Boerderijenboeken Noordoostpolder
Editie Emmeloord
Paarden zijn van groot belang voor de Noordoostpolder. Er staat bijna geen verhaal in het boek of er komen paarden in voor. Ze spelen een enorme rol van betekenis bij het ontginnen van de voormalige zeebodem. In veel verhalen gaat het over de paarden voor het werk. Meestal de koudbloeden, beter bekend als ‘Belgen’. De mensen die met deze paarden werken, krijgen dat met de paplepel ingegoten. Goed verzorgen, voeren en werken. Kijken, opletten, reageren. De manier om samen met de paarden het werk te klaren, om ze gezond en werkwillig te houden. Zo wordt er geselecteerd. De gezonde, werkwillige dieren blijven, daar wordt mee gefokt. Dat is tevens een voordeel van paarden: er loopt ieder jaar een veulentje bij dat na een paar jaar het werk kan gaan doen. Onder deze mensen met paarden zijn ook paardenmensen. Die gaan nog een stapje verder en gebruiken in hun spaarzame tijd datzelfde paard voor andere, recreatieve, doeleinden. Ze gaan er mee naar keuringen en shows, rijden erop en rijden er mee voor de wagen. De ‘Groningers’ en de ‘Geldersen’ onder de ‘werkpaarden’ worden in de sport ingezet.
Dit alles resulteert in het oprichten van plaatselijke afdelingen van stamboeken en van een rijvereniging. Op de eerste woensdag in juli is er de fokdag van zowel de ‘koudbloeden’ als de ‘warmbloeden’ op wat nu de Paardenmarkt is. In het najaar is er een dag voor de veulens en de jonge paarden op ‘de Deel’.
Landelijke Rijvereniging Noordoostpolder
In 1951 wordt de Landelijke Rijvereniging Noordoostpolder opgericht. De vereniging heeft in ieder dorp een afdeling waar de leden trainen onder leiding van instructeurs. Zij genoten hun opleiding in het leger en later bij de KNF. Regelmatig zijn er wedstrijden om de vorderingen te toetsen. De paardensport groeit in de Polder en er worden al snel wedstrijden georganiseerd waar ruiters uit het hele land aan deel nemen, tot aan leden van het Koninklijk Huis.
De rijvereniging koopt een, dan al antieke, Landauer. Het is in paardrijdend Nederland gebruikelijk dat leden van de vereniging, wanneer zij trouwen, met een rijtuig naar Gemeentehuis en Kerk gebracht worden. Vele echtparen zijn hun huwelijk hierin begonnen. Deze Landauer wordt eveneens voor andere heuglijke feiten ingezet. Vele burgemeesters en ook Prins Willem Alexander hebben er een rit in gemaakt.
Landelijke Rijvereniging Noordoostpolder geniet aanzien in Noord Nederland, ze zijn geduchte tegenstanders en behalen als team vele regionale en nationale kampioentitels. Maar het gaat niet alleen om sport. Er worden vele shows gegeven. Van kleine items tot avondvullende programma’s waar maanden aan gewerkt wordt. Zo zijn er shows in het Voorhuys en de landbouwpraktijkschool in Emmeloord en bij Maris in Marknesse. De sport ontwikkelt zich en buiten dat de boerenjeugd op hun paarden rijden, komt er ook vraag naar rijlessen voor mensen die geen paard hebben. Daardoor ontstaat een rijschool, die gevestigd wordt aan de Sportlaan. Aanvankelijk wordt er alleen met paarden gereden, maar kinderen willen ook rijden. Dat begint met Shetlanders, maar al snel worden er vanuit Engeland grotere rijpony’s geïmporteerd. Dat resulteert in het oprichten van een ponyclub als onderdeel van de landelijke rijvereniging.
Stichting Ruitersportcentrum
Midden jaren zestig ontstaat de behoefte om het hele jaar door te kunnen trainen. Om dat te faciliteren wordt in 1966 door de rijvereniging ‘Stichting Ruitersportcentrum Noordoostpolder’ opgericht. Aan de Sportlaan wordt door de leden van de rijvereniging een overdekte manege gebouwd. Om het geheel te kunnen financieren worden obligaties uitgegeven en komt er een actie waarbij boeren de opbrengst van hun laatste ton (1000 kilo) suikerbieten inbrengen. De rijschool huurt de manege om er de lessen te kunnen geven.
Balansruiters
De paardensport groeit en het besef dat paarden ook voor mensen met een beperking een zeer positieve bijdrage kunnen leveren, zorgt voor de oprichting van stichting ‘de Balansruiters’. Alles met elkaar zoveel activiteit dat de accommodatie niet meer toereikend is. Een tweede hal wordt noodzaak. In 1984 wordt er in het verlengde, richting Emmeloord, een even grote hal bij aangebouwd. Deze is eigendom van de Balansruiters, maar wordt door alle paardensporters gebruikt. De rijschool wordt nu geëxploiteerd door Stichting Ruitersportcentrum. De samenwerking tussen alle partijen is goed en door de unieke accommodatie ontstaat het idee om een grote meerdaagse springwedstrijd te organiseren, bekend onder de naam ‘Indoor Noordoostpolder’. De huidige ‘grote mannen’ van de Nederlandse springsport, hebben mede hier hun ervaring opgedaan om nu internationaal aan de top mee te doen. Vanaf dat moment worden de shows op het ruitersportcentrum verzorgd.
Wedstrijdhal
De sport groeit en wordt veeleisender, zodanig dat er in 2004 wederom in het verlengde richting Emmeloord een hal bijgebouwd wordt. Dit maal zo groot, dat er gelegenheid is voor topsport, zowel dressuur, springen als mennen. Helaas vindt de bouw plaats in de crisisjaren die niet aan de paardensport voorbij gaan. Het ruitersportcentrum, de eerste en derde hal, gaat over in particuliere handen. De rijvereniging is haar ‘thuis’ kwijt, ook het voorvoegsel ‘Landelijke’ overigens. Steeds meer burgers worden lid en de term ‘Landelijke’ komt te vervallen. De lessen blijven er wel en aanvankelijk organiseren ze er hun activiteiten. Het ruitersportcentrum legt zich toe op het veelvuldig organiseren van dressuurwedstrijden. De tendens is dat de paardensport steeds meer individueel beoefend wordt, iedereen zoekt zijn eigen weg. Voor de teamgeest is dat jammer, maar de rijvereniging heeft wel heel veel kennis en vakmanschap aan de leergierige leden meegegeven.
Naast Rijvereniging en Ponyclub Noordoostpolder ontstaat een tweede vereniging: Rij- en Menvereniging ‘de Burcht’, gevestigd in Bant. Aanvankelijk leggen zij zich toe op leden die met hun paarden aangespannen willen rijden. Later komt daar ook een rij-afdeling bij.
Draf- en Renbaan
De drafbaan is een ander verhaal. De draf- en rensport geniet aanzien in Nederland en de rijksdienst steunt het initiatief van de paardensportliefhebbers om in de polder een drafbaan aan te leggen. Er is ruimte en in 1957 worden er een duizend meter lange grasbaan en een trainingsbaan van zand aangelegd. De gemeente is eigenaar van de grond en Stichting Draf- en Rensport Noordoostpolder huurt en exploiteert de drafbaan. Om de bezoekers te faciliteren worden er een overkapping en een tribune gerealiseerd. Daartoe worden renteloze aandelen uitgegeven. De eerste tientallen jaren worden er tien koersdagen georganiseerd. De stichting heeft de verplichting om het middenterrein zes keer per jaar beschikbaar te stellen voor andere evenementen. Zo organiseert de rijvereniging er jarenlang hun wedstrijden, worden de paarden- en ponykeuringen hier naartoe verplaatst en kent de trekkertrek er jarenlang op 2e pinksterdag prachtige wedstrijden. De allereerste aardappelmanifestatie is er georganiseerd en ook het circus strijkt er neer. De mensen worden echter steeds veeleisender en dan zorgt de ondergrond van klei regelmatig voor moeilijke situaties. Naast de grasbaan realiseert de stichting een stalgebouw met bijbehorende weilanden van waaruit de huurder op de baan kon trainen. De stal wordt momenteel gebruikt als ‘doe het zelf’ stal. Je kunt er je paard stallen, maar je moet er zelf voor zorgen. Op dit moment zijn er drie koersdagen per jaar die zeer populair zijn bij rijders, gokkers en bezoekers. Dagen die ook bezocht worden door vele niet-paardensporters en gebruikt worden om te ‘netwerken’. Het wordt als de mooiste grasbaan van Nederland bestempeld door zowel de professionele- als amateurpikeurs. Al met al een plek aan de Sportlaan die zijn plaats meer dan verdient.
Thea Vermunt
Bron: Stichting Boerderijenboeken Noordoostpolder
Editie Emmeloord